Een verhaal uit de praktijk
Angst als belemmering
Vandaag heb ik weer een traject mogen afronden met een meisje (6) die erg verlegen en vooral erg angstig was. Ze durfde niet bij andere kindjes thuis te spelen, naar verjaardagsfeestjes te gaan en al helemaal niet haar vinger op te steken in de klas.
Angst
Angst is een gevoel dat we als volwassene allemaal kennen en dat ook bij kinderen veelvuldig voorkomt. Angst is zelfs een gevoel dat hoort bij verschillende ontwikkelingsstadia van kinderen:
- 0-5 maanden: angst voor harde geluiden.
- 7-12 maanden: angst voor vreemden en onverwachte situaties.
- 1-2 jaar: verlatingsangst.
- 2-6 jaar: angst voor harde geluiden, dieren, het donker, verlaten worden, vreemden, monsters, zwemles.
- 7-8 jaar: angst voor het donker, zaken die in het nieuws spelen, alleen gelaten te worden en angst voor verwonding.
- 9-12 jaar: angst voor toetsen, er niet goed genoeg uit te zien, om buitengesloten te worden, de dood.
Hoewel angsten bij de ontwikkeling van een kind horen, kunnen deze de ontwikkeling van een kind ook belemmeren wanneer angsten een grote vorm aannemen. Tevens kunnen er andere angsten dan de hierboven genoemde voorbeelden spelen, die een kind dusdanig in de weg kunnen zitten.
Angst als probleem
Angst vormt een probleem als deze de ontwikkeling van een kind in de weg staat, vooral op sociaal emotioneel vlak. Tevens is het zorgelijk als de angst langere tijd aanwezig is, maar ook als deze ervoor zorgt dat het kind belemmert wordt in dingen ondernemen.
Wat ouders vaak geneigd zijn om te doen is de angst weg te wuiven “ach lieverd, daar hoef je toch niet bang voor te zijn? Er is niks engs aan…”.
Als coach gaan we vaak aan de slag met technieken om van dat wat er als eng wordt ervaren iets grappigs van maken, of het kind vragen te gaan stellen waardoor het (hopelijk) in gaat zien dat het toch eigenlijk helemaal niet zo eng is. Hoewel bij sommige kinderen deze technieken effectief zijn, pak je hiermee alleen de angst aan die op dat moment speelt en heeft het kind niet geleerd in zijn algemeenheid met het gevoel angst om te gaan.
Wat doet angst
Als we ergens bang voor zijn, dan hebben we de neiging om ons volledig te richten op dat wat de angst teweeg brengt. Iemand anders in dezelfde situatie die deze angst niet heeft, zal zich anders voelen, anders denken en anders gedragen.
Een kind gaat anders ademhalen, waardoor de hartslag toeneemt. Hierdoor wordt er adrenaline aangemaakt en voelt het zich gejaagd en angstig. Een kind blokkeert en je kan op hem/haar inpraten wat je wilt maar deze is niet meer te ‘bereiken’ en je zal hem/haar niet kunnen bewegen om de situatie toch aan te gaan.
De aanpak
Zoals je leest spelen zowel lichaam als geest een rol bij angst en dus ook bij de aanpak hiervan.
Allereerst is acceptatie en validatie van de angst ontzettend belangrijk. Het is oké om bang te zijn, het is een normaal gevoel dat iedereen heeft.
De vraag is of het gevoel je helpt in deze situatie? Of zou je willen leren om de baas te worden over je bange gevoel?
Lichaamsgericht
Het is belangrijk dat een kind leert om de angst te gaan voelen in zijn/haar lichaam. Dat het aanvoelt wanneer de angst opkomt, waar het begint op te bouwen.
Daarnaast ga je verder met lichaamsgericht werken. Ademhaling is hierin een belangrijk aspect; de juiste ademhaling gaan toepassen als je voelt dat je ergens bang voor bent.
De gedachten aanpakken
Daarna ga je aan de slag met de gedachten. Wat denk je? En helpen deze gedachten? Je kan ook gaan toetsen hoe reëel ze zijn om deze vervolgens om te gaan zetten in helpende gedachten.
Voor jonge kinderen kan dit lastig zijn, dus ga je op zoek naar 1 of 2 zinnen die hij/zij kan gaan leren om tegen zichzelf te zeggen op het moment dat de spannende situatie zich aandient. Zoals bijvoorbeeld “ik kan het, ik wil het, ik doe het!”.
Steunfiguren
Bovendien is het belangrijk dat een kind leert wie zijn steunfiguren zijn; wie kan je om hulp vragen en wat kan deze persoon doen om je te helpen? En wie is je held? Hoe zou die de spannende situatie aanpakken en zou jij dit ook kunnen proberen?
Opdelen in stapjes
Tot slot ga je met een kind oefenen om het op te delen in kleine stapjes. Durft een kind geen spreekbeurt te houden? Dan deel je dit op. Eerst oefenen in je kamer, daarna oefenen voor je vader of moeder, daarna voor allebei, daarna zou je de juf/meester kunnen vragen of je het in de klas mag oefenen met alleen de leerkracht erbij en pas daarna voor de hele klas.
Bij elke stap oefent een kind met ademhalen, worden er helpende gedachten bedacht en na elke stap is er een beloning (bijvoorbeeld het mogen kiezen van het avondeten).
Het succes
Als er op het eind een succes behaald is, dan onthoudt een kind dit succes, evenals de hersenen. Op deze manier leer je een kind ‘life skills’ die het in elke volgende situatie toe kan gaan passen, nu en later als het volwassen is.
In haar kracht
Toen we vandaag gingen afronden bleek hoe erg dit meisje gegroeid is! De juf heeft haar voor het eerst een vraag horen stellen in de klas en ze is vorige week zelfs bij een ander vriendinnetje thuis gaan spelen! Over 2 weken is de verjaardag van dit vriendinnetje en ik weet zeker dat het haar gaat lukken om hier naartoe te gaan. Ze zal het vast spannend vinden en dat mag ook, gevoelens mogen er zijn!
Vriendenprogramma
De hierboven beschreven methode is afkomstig uit het vriendenprogramma. Ik gebruik deze methode individueel maar ook in groepsverband, kijk hiervoor bij de trainingen op mijn website: Fijn! Vrienden voor 5-7 jaar en de Vriendentraining voor 8-12 jaar.
Vrijdag 5 april geef ik een gratis informatie avond over het helpen ontwikkelen van veerkracht bij kinderen. Meer informatie hierover vind je hier.
Wil je meer weten de methode, neem dan eens een kijkje op www.vriendenprogramma.info